Via Vlaamse Meesters en een Lakenstad
Watervliet en de Meester van Frankfurt
In 1282 werd Watervliet getroffen door een krachtige stormvloed, waardoor het dorp voor meer dan twee eeuwen van de kaart werd geveegd. Maar in 1497, na de Bourgondische periode, met als doel een nieuwe havenstad te worden, werd 'Nieuw Watervliet' drooggelegd onder leiding van Hieronymus Lauweryn, een prominent figuur en kanselier van Filips de Schone. Dit verklaart waarom aan de Stee, het centrale dorpsplein, een imposante kerk verrees die nog steeds de omgeving siert.
Hoewel de ambitie van een bloeiende havenstad nooit werd waargemaakt, is Watervliet nu een gezellige plaats met verschillende horecagelegenheden aan de Stee. Binnen in de indrukwekkende kerk zie je een aantal waardevolle kunstwerken, waaronder het prachtige drieluik 'Nood Gods' van de Meester van Frankfurt, een vooraanstaand werk binnen de Vlaamse Primitieven.
Kaprijke: centrum van wolverwerking
Kaprijke, eens een bloeiende Vlaamse lakenstad, vormt het slotstuk van onze fietsroute. Het Plein, een karakteristiek dorpsplein met wegen die uitwaaieren naar de vier hoeken, speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de gemeente. In de middeleeuwen was Kaprijke een centrum van wolverwerking, met toestemming van hertog Filips de Goede.
“Het Plein, een rechthoekig dorpsplein, ligt ten oosten voor de kerk en het stadhuis, en heeft invalswegen op de vier hoeken. Het noordelijke deel bleef onbebouwd bewaard. In de ontwikkeling van de gemeente speelde dit plein een cruciale rol”, vertelt Martine Pieteraerens. “In de middeleeuwen, toen Kaprijke uitgroeide tot een centrum van wolverwerking, had het Veld een functie in deze nijverheid. In 1421 verleende hertog Filips de Goede een toelating om droogramen voor lakens op te stellen. Er werden ook waterputten gegraven voor de volders, de ambachtslieden in de lakennijverheid.”
Ook hier komen weer de Bourgondiërs om de hoek kijken. “Op de noordoosthoek van het Veld stond een omgrachte terp - een kunstmatige heuvel - met daarop de grafelijke windmolen. Het in 1651 gegraven ‘Kaprijks Vaardeken’ verbond het ‘Veld’ met de Burggravenstroom naar Gent en Eeklo en moest de commerciële activiteit van het stadje stimuleren."
Na de 16e eeuw nam de vlas- en lijnwaadnijverheid de overhand, en het Plein diende als marktplaats en locatie voor festiviteiten, een traditie die tot op heden voortduurt. Het huidige barokke stadhuis, gebouwd in 1663 aan de noordoostzijde van de kerk, getuigt van deze rijke geschiedenis.
We volgen de knooppunten verder terug richting de Huysmanhoeve.